GESCHIEDENIS

In 1868 liet het kerkbestuur van Den Dungen naast het kerkhof aan de Litserstraat een klooster bouwen waarin ook een gemengde kleuterschool en een tweeklassige meisjesschool gevestigd waren. In 1870 werd de kleuter- en lagere school gedurende het schooljaar door ongeveer 119 kinderen bezocht. Het kerkbestuur was niet alleen eigenaar, maar vormde tevens het schoolbestuur.
De leerplichtwet ingevoerd in 1900 had tot gevolg dat de ouders hun kinderen niet meer thuis konden houden, en door een toename van de bevolking, steeg het aantal leerlingen tussen 1900 en 1905 met ongeveer 30. Daardoor was de tweeklassige school te klein geworden liep het bestuur rond met het plan om een nieuwe school naast het klooster te bouwen. Vele pogingen werden ondernomen om daar een stuk grond te kopen, maar ze mislukten, zodat men moest uitzien naar een andere bouwlocatie.
 De voorkeur van de zusters ging uit naar een locatie zo dicht mogelijk bij het klooster.

Om aan die hun wens te voldoen besloot het kerkbestuur in 1901 om aan de Bosscheweg een stuk land te kopen. Na ingewikkelde onderhandelingen lukte dat en kon men met de bouw beginnen. Jammer genoeg zijn er geen stukken in het parochie- en gemeentearchief bewaard die iets vertellen over de bouw. Wel is er een ansichtkaart van de ‘Bijzondere school’, gemaakt tussen 1902 en 1921. Vermoedelijk is de school na de zomervakantie in 1902 in gebruik genomen.

Omstreeks 1917 zag het kerk- en schoolbestuur dat een school met drie lokalen en gecombineerde klassen verre van ideaal was voor het geven van goed onderwijs. Daarom werd in 1917 besloten de school met drie klassen te vergroten.
Het duurde echter nog tot 1919 alvorens de plannen werden gerealiseerd. Het kerkbestuur besloot in zijn vergadering van 27-4-1919 dat er nog dat jaar begonnen moest worden met de bouw. Er werd besloten dat er op de bestaande school een verdieping zou worden gebouwd. Dit tegen de zin van de inspecteur van het onderwijs.

Foto collectie E. Verzandvoort, nr. a 148, Den Dungen Bijzonder school

De nieuwe school is ontworpen door architect Cornelis van Hoof.
 Hij volgde zijn opleiding aan de Vlaamse school voor Schone Kunsten en ontwierp talloze kerkelijke- en zakelijke gebouwen, villa’s en woningen in Tilburg, Brabant en Limburg. Een groot aantal van die gebouwen maken onderdeel uit van de lijst van Nederlandse Rijksmonumenten, beschermde stadsgezichten of zijn beeldbepalende panden. Van het kerkbestuur kreeg hij in 1919/1920 de opdracht om de bestaande school te vergroten en er een verdieping te verhogen. De verdieping staat op bestaande muren die nog in de voor- en zijgevel zichtbaar.  De ramen in de aanbouw en de verdieping zijn duidelijk van hem.
 

De kosten van de vergroting van de school en de inrichting waren begroot op 35.000 gulden. Het lag in de bedoeling van het kerkbestuur door middel van leningen bij de parochianen bij elkaar te krijgen. Om deze leningen te kunnen aangaan had men de toestemming van Rome nodig. Die kwam op 5 februari 1921 binnen. Het kerkbestuur kon aan de slag en leende van 29 Dungenaren 35.000 gulden. Eind 1920 werd door aannemer Fr. Van Lieshout uit Den Dungen met de bouw begonnen. De Zuid-Nederlandse Betonmaatschappij in Den Bosch Leverde de holle vloeren, de trappen en het bordes van gewapend beton, een zeer moderne manier van bouwen voor die tijd. In de loop van 1921 is de zesklassige school in ‘hoogbouw’ in gebruik genomen.

Bovenstaande tekst is van Rien van Nuland